Werkmomenten, regulier, symbioselessen… Termen die regelmatig klinken in het gesprek. Aan het woord is Frank van den Hoorn, een enthousiaste leerling in het eerste leerjaar binnen de afdeling cluster 4. Samen met zijn mentor, mevrouw Van Wijhe, geeft hij een inkijkje in het schoolleven van deze prachtige afdeling.
De naam ‘cluster 4’ is een categorie binnen het Nederlandse voortgezet speciaal onderwijs (vso) en bedoeld voor leerlingen met (ernstige) gedragsproblemen of een bepaalde (psychische) problematiek. Leerlingen in cluster 4 hebben vaak moeite met het regulier onderwijs vanwege bijvoorbeeld adhd of autisme. Binnen de Jacobus Fruytier scholengemeenschap Apeldoorn is een grote afdeling cluster 4. In het cursusjaar 2024-2025 zijn er elf klassen met elk ongeveer elf leerlingen. De afdeling biedt bij het leren meer structuur, duidelijkheid, aandacht, begeleiding en ondersteuning aan leerlingen dan het reguliere onderwijs kan bieden.
Frank heeft zijn basisschooltijd doorgebracht op de Rehobothschool in Barneveld, een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) en net als cluster 4 bedoeld voor leerlingen met gedragsstoornissen of psychische problematiek. De overgang van de basisschool naar de Fruytier is voor Frank soepel verlopen. Hij vond het leuk om naar het voortgezet onderwijs te gaan. “Hier krijg je allemaal andere vakken, zoals wiskunde, Duits en Frans. En de vakken aardrijkskunde, biologie en handvaardigheid worden op een andere manier gegeven dan op de basisschool.” De reden dat hij in de cluster 4-afdeling de lessen volgt, is dat het tempo in een reguliere klas te hoog ligt. In combinatie met gevoeligheid voor prikkels en druk, is een rustige setting binnen cluster 4 een goede oplossing. De 13-jarige scholier uit Elspeet die op tl-niveau de lessen volgt, kan op zijn eigen tempo werken in een ruim lokaal met weinig leerlingen die elk een eigen beschutte werkplek hebben. Wekelijks maakt Frank met zijn mentor een nieuwe weekplanning. In overleg kunnen ze samen beslissen welke opdrachten hij moet maken en bespreken ze of Frank de lesstof begrijpt. Zij merkt op: “We zien mooie vorderingen bij Frank en het werktempo is in de loop van de afgelopen maanden naar tevredenheid opgevoerd.”
“We zien mooie vorderingen bij Frank en het werktempo is in de loop van de afgelopen maanden naar tevredenheid opgevoerd.”
- mevrouw Van Wijhe
Het is fijn dat de schooldagen op cluster 4 steeds op dezelfde manier zijn ingedeeld: Na de dagopening zijn er twee werkmomenten (niet helemaal gelijk aan reguliere lesuren), waarbij de docent en/of leraarondersteuner– beschikbaar zijn voor uitleg en vragen. “De docenten hebben verstand van alle vakken”, zegt Frank. Bij moeilijker, specifieke vragen kan hij terecht bij vakdocenten die her en der op de afdeling werken, maar hij redt zich prima. Vervolgens is er een pauze en het standaard voorleesmoment. Frank geniet erg van de boeiende, leerzame serie De gouden speld van Martine Jonker. Er volgen weer twee werkmomenten, waarna het etenspauze is. De schooldag eindigt met twee of drie werkmomenten en soms is er een groepsbewegingsacitviteit. Op maandag en donderdag wordt er aan de hele klas een groepsles gegeven, bijvoorbeeld over hoe je moet leren voor een toets of samenwerken. Dit zijn vaak thema’s die op dat moment in de klas extra aandacht moeten hebben.
Als het even kan, nemen leerlingen van ‘cluster’ deel aan lessen ‘op regulier’, de zogenoemde ‘symbiose’. Vanaf klas twee volgen ze ongeveer twee symbiosevakken wat voor hen best spannend is en wat ook de nodige inspanning kost. Per leerling wordt gekeken hoeveel symbioselessen hij of zij kan volgen. De meeste leerlingen in het eerste leerjaar hebben geen symbiosevakken. Frank is al wel in staat om een symbiosevak te volgen. Hier is hij na de voorjaarsvakantie mee gestart. Hij volgt godsdienst op regulier. Hierin is hij een uitzondering, want normaal gesproken volgen de leerlingen pas vanaf klas twee symbiosevakken. Hij vindt de afwisseling met de lessen in zijn eigen klas erg leuk. Waar mogelijk stroomt een cluster 4-leerling helemaal door naar de reguliere setting, maar een aantal leerlingen behaalt zijn diploma binnen de cluster 4-afdeling.
Wat maakt het werken op deze afdeling zo leuk? Mevrouw Van Wijhe, mentor cluster 4: “Omgaan met de klas als geheel is heel boeiend. Vervolgens inspelen op datgene wat elke leerling afzonderlijk nodig heeft, is een uitdaging! In één klas zitten zo veel verschillende leerlingen met elk zijn of haar eigen behoeften en eigen niveau. Vooral in leerjaar 1 is het mooi om uit te vinden wat iedereen nodig heeft, omdat er leerlingen van vmbo- kader tot vwo in één groep zitten. Neem bijvoorbeeld alleen al de manier van toetsen die het best aansluit bij de verschillende leerlingen. Zo maakte Frank laatst geen gewone toets voor het vak geschiedenis, maar hij schreef een artikeltje over de leerstof. Dat werkte motiverend en verdiepend, temeer daar hij de lesstof gemakkelijk aankon.” De begeleiding per leerling is heel verschillend. Van Wijhe noemt dat zo’n 15% van de leerlingen één op één-begeleiding nodig heeft; 25% van de leerlingen werkt heel zelfstandig, zoals Frank, en 60% zit daartussenin. Regelmatig maken de mentoren van cluster 4 gebruik van de expertise van de collega’s die in de reguliere klassen lesgeven. Contact is gemakkelijk te realiseren, omdat alles onder één dak zit. Van Wijhe: “Een goede samenwerking tussen regulier en cluster 4 is belangrijk. Een mooi voorbeeld is het overleg rond het gebruik van het techlab.”
“Omgaan met de klas als geheel is heel boeiend. Vervolgens inspelen op datgene wat elke leerling afzonderlijk nodig heeft, is een uitdaging! ”
- mevrouw Van Wijhe
Naar school gaan kost Frank veel energie. Hij wil graag hoge cijfers halen en hij mag leren om tevreden te zijn met zevens. Hij wil zijn schoolwerk zo goed mogelijk doen, maar soms is hij er te lang mee bezig. Daarom zijn er bijvoorbeeld afspraken gemaakt over de tijd die hij besteedt aan zijn huiswerk dat voornamelijk bestaat uit het leren voor toetsen. Zo houdt hij meer tijd over voor zijn hobby – hij leert buiten schooltijd voor bijenhouder – en voor het bespelen van zijn euphonium, een koperen blaasinstrument waarop hij tijdens de afgelopen kerstviering op school heeft gespeeld. Op de vraag of Frank terug zou willen naar de basisschool, zegt hij resoluut “nee!”. Hij houdt van de uitdaging die de verschillende vakken bieden op de middelbare school. Het meest is hij te spreken over het vak Frans dat hij op havoniveau volgt. Frank hoopt dat hij uiteindelijk de andere vakken ook op dat niveau kan gaan volgen.