Na mijn eerste schooldag kreeg ik op de terugweg een lekke band. Gelukkig waren er oudere leerlingen die mij hielpen om de band te plakken. Die avond heeft mijn vader mij nog eens uitgelegd hoe ik een band moet plakken.
Een lekke band heb ik gelukkig niet meer gehad. Maar het lange stuk fietsen, de zware tas met alle boeken en elk uur een andere docent in een ander lokaal, dat was wennen. De eerste dagen waren ook best wel intensief. Ik vond het ook best spannend om van mijn bekende basisschool naar de Fruytier te gaan.
Al snel wist ik de weg in school. De school is erg groot, maar je krijgt vooral les in een bepaald gedeelte van het gebouw. Alle leerlingen die hetzelfde niveau volgen, krijgen les in hetzelfde leshuis. Zo leerde ik de docenten en de andere leerlingen snel kennen.
Ik vind het leuk om verschillende docenten te hebben. Elke docent heeft zijn of haar eigen manier van lesgeven en daardoor zijn de lessen niet saai. Ook regelen de docenten steeds leuke dingen voor ons. Zo zijn er gymnasiumdagen, excursies in Nederland, maar ook naar het buitenland en hebben we regelmatig leuke projecten.
Mijn favoriete vak is Nederlands. Ik vind onze taal heel interessant. Het ligt ook wel aan de docent, hoor. Zij geeft op een heel leuke manier les waardoor zelfs mijn vriendin, die niet zo van Nederlands houdt, toch graag naar de les gaat.